• Mobiliteit

Waarom Europese steden een routekaart op lange termijn nodig hebben voor geautomatiseerde openbare mobiliteit

Een chronisch tekort aan buschauffeurs in heel Europa dreigt de doelstellingen van de mobiliteitstransitie in gevaar te brengen. Recente sprongen in de geautomatiseerde mobiliteitstechnologie zouden de weg kunnen wijzen naar goedkope, vraaggestuurde oplossingen met een hoge frequentie. Maar waar past deze automatisering in de mobiliteitsstrategie en praktische planning van een stad? In de afgelopen zes jaar hebben consultants van Bax spin-off Pendel samengewerkt met meer dan 15 planningsorganisaties voor openbaar vervoer in 7 Europese landen om routekaarten te ontwerpen die het pad effenen voor het oplossen van existentiële mobiliteitsproblemen met Coöperatieve, Aangesloten en Geautomatiseerde Mobiliteit (CCAM) in hun openbaar vervoersystemen.

Planning voor openbaar vervoer staat voor twee tijdbepalende uitdagingen

De eerste uitdaging is dat de vraag naar openbare mobiliteit nog nooit zo hoog is geweest.

Ambitieuze doelstellingen voor het koolstofarm maken van de economie vereisen dat een groter deel van de reizen met het openbaar vervoer wordt gemaakt, naar verwachting van 23% van de passagierskilometers in 2022 tot 35% in 2035.

Zo’n modal shift vereist dat het openbaar vervoer net zo handig en toegankelijk wordt als een eigen auto. Dit betekent een betrouwbare, vraaggestuurde en betaalbare openbaarvervoersoptie die elk uur van de dag rijdt.

Dit kan alleen worden bereikt met een dichter en frequenter openbaar vervoer, dat onder de huidige bedrijfsomstandigheden aanzienlijk duurder is om te exploiteren.

De tweede uitdaging is het vinden van mensen om deze bussen te besturen. Door veranderingen op de arbeidsmarkt kampen steden en plattelandsgebieden in heel Europa met een chronisch tekort aan buschauffeurs. In heel Europa zijn er meer dan 105.000 onvervulde posities voor buschauffeurs. En met 330.000 buschauffeurs die de komende 5-10 jaar met pensioen gaan, zal dit tekort alleen maar groter worden.

Voor plattelandsgebieden is het probleem nog nijpender. Het privégebruik van de auto is veel hoger in deze gebieden, waar een groot gebied en een lage bevolkingsdichtheid een grootschalige conventionele busdienst duur en inefficiënt maken om te exploiteren. Veel steden op het platteland hebben zelfs bij de huidige vraag al moeite om busdiensten in grote gebieden te betalen. 85% van de busvervoerders draait onder het break-even niveau. Het vooruitzicht van personeel en geld voor een vraagafhankelijk openbaarvervoernetwerk op het platteland dat kan wedijveren met het gebruik van de eigen auto betekent een complete verschuiving in de mobiliteitsvoorziening.

Of het nu in landelijke of stedelijke gebieden is, deze twee trends van modal shift en tekort aan arbeidskrachten – of anders gezegd, meer bussen en minder mensen om ze te besturen – zullen de komende tien jaar alleen maar sterker worden.

Hoe kunnen aanbieders van openbare mobiliteit onder deze omstandigheden een hoge kwaliteit van dienstverlening handhaven?

Geautomatiseerde openbare mobiliteit komt naar voren als veelbelovende langetermijnoplossing

Geautomatiseerde mobiliteit is een veelbelovende oplossing voor grootschalige toepassingen.

Doordat er geen chauffeur meer nodig is, kunnen de operationele kosten per rit met 50% worden verlaagd, waardoor de business case voor veel diensten op het platteland verandert. De aankomende pensioneringsgolf onder buschauffeurs kan ook worden opgelost.

Er is nog een lange weg te gaan voordat al het openbaar vervoer autonoom is. De afgelopen tien jaar is automatisering in Europa gericht geweest op kleinschalige pilots, waardevolle technische tests maar met weinig tekenen van toepassing op schaal.

Dit verandert snel.

Toonaangevende vervoersautoriteiten en vervoerders in Europa, zoals De Lijn, Ruter, Hamburg, plannen momenteel de inzet van geautomatiseerde bussen op grote schaal binnen 15 jaar.

Hamburg heeft de ambitie om tegen 2030 tot 10.000 shuttles in te zetten om 5 minuten toegang tot openbare mobiliteit mogelijk te maken.

Dit zijn geen kleine, gecontroleerde pilots in lege parkeergarages, maar stadsbrede oplossingen voor de meest urgente mobiliteitsuitdagingen van de stad.

Hoewel de verschuiving naar geautomatiseerd openbaar vervoer eraan komt, zal het niet allemaal tegelijk gebeuren.

Niet alle wegen en rijomstandigheden zijn hetzelfde, wat betekent dat sommige gebruikssituaties voor automatisering vele jaren eerder haalbaar en rendabel zullen worden dan andere. De verschuiving zal geleidelijk plaatsvinden en afhankelijk zijn van welke gebruikssituaties het eerst haalbaar worden met lagere operationele kosten.

Maar wat zijn deze use cases?

De sleutel tot het ontwikkelen van een zinvol langetermijnplan voor een robuust openbaar vervoersysteem is het identificeren van welke toepassingen over twee jaar levensvatbaar zijn en welke over tien jaar.

Dit is vooral het geval voor openbaarvervoersautoriteiten die afhankelijk zijn van concessiecontractcycli – weten of automatisering, vraagafhankelijke opties of een andere innovatie waarschijnlijk tot wasdom zullen komen binnen de periode van uw komende concessiecontract is belangrijke informatie om te weten wanneer u de behoeften communiceert met openbaarvervoersbedrijven (PTO’s).

Het probleem is dat het moeilijk is om het waarschijnlijke traject van een innovatie te begrijpen en er vervolgens een effectief plan omheen te bouwen. Het houdt in dat je koplopers in het veld nauwkeurig moet bestuderen, met technische experts moet praten en praktische ervaring moet hebben met de mogelijke oplossingen.

Europa’s opkomende aanpak voor het in kaart brengen van geautomatiseerde mobiliteit

In de afgelopen zes jaar hebben de oprichters van Pendel samengewerkt met de Europese koplopers – De Lijn, Ruter, Hamburg en anderen – terwijl ze de overstap maakten van technische pilots naar langetermijnplanning.

In die tijd hebben we een methodologie ontwikkeld om geautomatiseerd openbaar vervoer in kaart te brengen in samenwerking met marktleiders uit de sector. Hiertoe behoren meer dan 15 vervoersautoriteiten en het vlaggenschipproject ULTIMO van € 56 miljoen van de EU, met leiders op het gebied van geautomatiseerde mobiliteit Ruter en Genève.

De methodologie ondersteunt de ontwikkeling van visieverklaringen, investeringsplannen en routekaarten voor de lange termijn door 3 belangrijke vragen te beantwoorden.

Bouw je automatisering roadmap met Pendel

Pendel’s service voor het in kaart brengen van automatisering en vraagafhankelijk vervoer heeft 12 steden, regio’s en provincies in Europa geholpen bij het maken van werkbare routekaarten voor CCAM. De routekaarten hebben steden geholpen inzicht te krijgen in hun verantwoordelijkheden, de investeringsmogelijkheden en de haalbaarheid van geautomatiseerde openbare mobiliteit in hun werkgebied.

Van persoonlijke workshops tot volledige haalbaarheidsstudies, Pendel’s team van CCAM specialisten kan uw organisatie ondersteunen vanaf nul kennis in automatisering tot een uitgebreid 15-jaren actieplan.

Neem contact op!

Giel Mertens
Innovatie Consultant
Christian Riester
Innovatie Consultant
Leonor Madureira
Innovatie Consultant